maandag 8 maart 2010

Prachtige bullshit

Is fascistisch gedrag een erfelijke afwijking?

In Het diner van Herman Koch, ik zou bijna schrijven ‘tijdens het diner van Herman Koch’, wordt duidelijk dat de ik-figuur Paul aan een naar een Duits-klinkende neuroloog genoemde erfelijke ziekte lijdt. Symptomen: egocentrie, gewelddadigheid en een volstrekt gebrek aan empathie voor iedereen die om wat voor reden dan ook als minderwaardig wordt beschouwd. Sterker nog: die minderwaardigen moeten vernietigd worden, vindt de hoofdpersoon heimelijk. Het syndroom met de ongenoemde Duitse naam kan volgens het verhaal tegenwoordig met prenatale diagnostiek worden opgespoord. De hoofdpersoon is alleen geboren door de gebrekkige stand van de medische wetenschap van veertig jaar geleden, concludeert hij zelf. De diagnose wordt door een schoolpsycholoog – de psychopaat is geschiedenisleraar – na een eerste gesprek van een half uurtje gesteld, vergezeld van de vraag of de kwaal ook in de familie voorkomt. Niets bij vader, moeder, opa’s, oma’s, broers of zusters. Maar de zoon van de hoofdpersoon …

In het boek komen meer ongerijmdheden voor. Sterker nog: het is een aaneenschakeling van onwaarschijnlijkheden. Zo blijkt de aanleiding voor het diner van twee broers en hun vrouwen in een bekend restaurant de behoefte te zijn om gevieren een verschrikkelijk familiegeheim te bespreken, waar hun kinderen bij zijn betrokken. Zoiets doe je niet in een openbare gelegenheid. Zeker niet als één van de betrokkenen, de broer van de ik-figuur, een bekende politicus blijkt te zijn die volop in de race is voor een grote verkiezingsoverwinning en een daaropvolgend premierschap.

Al met al is Het diner een belachelijk verhaal. Maar het is ook onwaarschijnlijk mooi opgeschreven. Zo helder gestructureerd en zo getimed in de dosering van de puzzelstukjes dat er bijna vanzelf een pageturner ontstaat. En dat maakt het boek uniek. Absurdistisch werk is er genoeg. Pageturners zijn er zat. Maar een spannend volslagen absurd boek had ik nog nooit gelezen.

Het boek combineert meer literaire elementen die je niet vaak naast elkaar ziet. De psychologische ontwikkeling van enkele hoofdpersonen is heel aannemelijk (al doen ze raar), maar alle andere figuren blijven archetypen, flat characters: de populistische politicus, de gerant, de serveersters, de restauranthouder, de adoptiefzoon en in zekere zin zelfs de moeder, al blijkt ze uiteindelijk verrassend veel op man- en zoonlief te lijken. Bovendien zou zeker de helft van de hoofdstukken ook als los verhaal gepubliceerd kunnen worden. Of als column. Alle hoofdstukken zijn zo geconstrueerd dat in de slotzin één van de personages iets verrassends zegt. Bijna iets komisch. Net niet genoeg om te schateren, maar ruim voldoende om even te glimmen. Door die voortdurende herhaling ontstaat uiteindelijk een hilarische running gag.

Het diner is een raar boek. Knap en klungelig. Absurd en realistisch. Een groot deel van de gebeurtenissen is zelfs waar gebeurd: ontleend aan nieuwsbeirchten. Het boek is oppervlakkig en diepgaand, immoreel en moralistisch. Ik weet het niet, maar het lijkt wel een bestseller die de gruwelijk overdreven media-aandacht dubbel en dwars verdient.

Herman Koch
Het Diner
Anthos, Amsterdam 2009

Laura Esquivel, Malinche

Bij popmuziek gebeurt het wel eens. Eén hit. En verder allemaal flops. Zou een dergelijk verschijnsel zich ook in de literatuur kunnen voordoen?

Rode rozen en tortilla’s hoort tot de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb. Heerlijk sprookjesachtig, ontwapenend en dankzij steeds terugkerende recepten van zeer exotische gerechten met zelfs tranen als ingrediënt is het boek op een zeer originele manier gestructureerd. Kan iemand die zo geweldig kan schrijven een wangedrocht produceren?

Laura Esquivel wel! De Liefde van Don Jublilo kon ik ook al niet gelezen krijgen, maar Malinche slaat alles. Dat ligt niet aan de stof. Die is prima. Het verhaal, de plot zo u wilt, is ook niet verkeerd. Maar het boek is zo beroerd geschreven als een keukenmeidenromannetje. En misschien doe ik dat soort pulp daarmee zelfs wel tekort.

Het ritme is fout. Er zitten hele stukken opsommingen van gebeurtenissen in die zijn opgeschreven in de stijl van een minder begaafde basisschoolleerling uit de onderbouw. En er wordt bovendien verschrikkelijk gezeverd in het boek. O, o, o wat waren die indianen toch spiritueel. En o, o, o, wat is het toch allemaal verschrikkelijk wat er gebeurd is. En daar gooien we dan nog een portie engagement bij, een bladzijde of wat spanning, een beetje bloederigheid, en dan mixen we dat tot een wazige cocktail, onevenwichtig, warrig en met een taalarmoede zonder weerga. Zo erg heb ik het nog nooit gelezen.

Deels kan dat aan de vertaling liggen natuurlijk. Allerlei zinnen lopen lamentabel en de woordkeuze is prut. Maar het móet ook wel aan de schrijfster te wijten zijn, want vertalers kunnen wel eens naast het potje pissen, maar daardoor kan nooit zo’n onafzichtelijke baggerbende ontstaan als Malinche, van de grote Laura Esquivel, de schrijfster van de onsterfelijke roze rozen.

Het verhaal: Malinalli is als kind opgevoed door haar oma. Na oma’s dood verkoopt haar moeder haar als slavin. Later komt ze als oorlogsbuit in het bezit van Cortés, de grote conquistador, die uitgezonden als verkenner heel Mexico verovert. Cortés laat zijn oog op Malinalli vallen. Ze leert snel Spaans en treedt voort Cortés op als tolk, onder andere in onderhandelingen en gesprekken met Montezuma, de indianenkeizer die zijn macht uiteindelijk min of meer vrijwillig aan Cortés afstaat. Malinche betekent zoiets als ‘baas van Malinalli’. In Mexico is een vulkaan naar haar vernoemd. Als tolk is ze getuige van de slachtingen en plunderingen die de Spanjaarden aanrichten, onder andere in Cholula. Van Cortés krijgt ze een zoon. Ze trouwt op bevel van Cortés met één van diens officieren. Van hem krijgt ze nog een dochter en ze sterft uiteindelijk gelukkig.

Mooi uitgegeven hoor, het boek. Keurig ingebonden. Staat mooi in de kast. Maar is verder waardeloos.

Laura Esquivel
Malinche
Uitgeverij Arena, Amsterdam 2006