vrijdag 1 januari 2010

Het Einstein Meisje en de Engelse Ziekte

Een echt cadeau is een presentje dat je graag zou willen krijgen. Meestal geef ik boeken. Maar zelden boeken die ik al heb gelezen. Ik laat me verleiden door de titel, de cover of de flaptekst. Op die manier kreeg mijn vriendin met kerst Het Einstein Meisje. Ik heb het meteen gelezen.

Wat een titel! Op de cover staat een foto die met de hand lijkt ingekleurd: een jonge vrouw met een ballon, unter einer Laterne voor een antieke auto met op de achtergrond de Brandenburger Tor. “Schrijver Philip Sington heeft geschiedenis gestudeerd aan Trinity College in Cambridge (UK)”, meldt de flaptekst. En dat hij als journalist en redacteur werkte en lovende kritieken ontving voor zijn debuutroman Zoia’s Gold (2005). Zoiets is voor mij niet te weerstaan.

Het boek speelt in het interbellum tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog in Berlijn. Een jonge vrouw, die in ontredderde toestand in een bos even buiten Berlijn wordt gevonden, blijkt haar geheugen te hebben verloren. Ze weet niet wie ze is of waar ze vandaan komt. Er is geen enkele aanwijzing, of het moet een folder zijn, die vlak in de buurt wordt aangetroffen, over een lezing van Albert Einstein. In de pers wordt ze daarom 'het Einstein Meisje' genoemd.

Als ze enigszins is opgeknapt, ontfermt een psychiater zich over haar, die zelf worstelt met herinneringen aan zijn werk als oorlogschirurg achter de loopgraven. Hij probeert haar verleden te reconstrueren en dan ontspint zich een verhaal dat zijn weerga niet kent en waarin de schrijver moeiteloos door de tijd reist, van perspectief wisselt en op allerlei plaatsen tegelijk aanwezig is, maar dat nooit hinderlijk of geforceerd overkomt. Het lijkt wel een soort kwantummechanica, maar dan in de literatuur.

Eduard Einstein, de zoon van, die volgens het verhaal het boek heeft geschreven, zegt hierover:
Ik fantaseer graag dat Niels Bohr en zijn bondgenoten de waarde van mijn boek zouden inzien, maar ik weet zeker dat mijn vader het tot in de grond van zijn hart zou verafschuwen, Daarom wil ik je dringend adviseren het nooit aan hem te laten zien. Hij zou zijn aandeel in de vorming ervan ontkennen, net zoals hij zijn aandeel in mijn vorming ontkent (…). Hij zou niet aarzelen om dit het werk van een krankzinnige te noemen, omdat de hoofdpersonen – jij en ik en dokter Kirsch – op verschillende plaatsen tegelijk zijn, net als de kwanta die hij per se onder de duim wil krijgen.

Het boek is zo fantastisch geschreven dat ik het ook in het Engels wil lezen. Dan is meteen het enige ergernispuntje uit de vertaling opgelost: op de cover is de spelling ‘Het Einstein Meisje’ nog acceptabel, maar in de lopende tekst beneemt het me iedere keer de adem. Het is ‘Einstein-meisje’ in het Nederlands, of misschien zelfs wel ‘einsteinmeisje’, want we spellen immers ook ‘lorentzkracht’. Nu lijdt ze behalve aan geheugenverlies ook aan de Engelse Ziekte.

Het Einstein Meisje
Uitgeverij Luiting-Sijthof B.V., Amsterdam 2009
ISBN 978 90 218 0282 4

Geen opmerkingen: